D E M O C R A T I E = PARTICICRATIE

Een proeve tot herstel van democratie, strekkend tot ieders voordeel. Uitnodiging tot reflectief inzicht.

“Indien je tijdens je leven jouw idealen kan realiseren, heb je te weinig ambitie.”


Inhoud

  1. Beginselen van basisdemocratie
  2. Vaststellingen
  3. Terugkeer naar democratie als synoniem van particicratie
    • Premisse
    • Aanbevelingen
    • Buiten dit bestek
    • Verkiezingen
    • Deontologische commissie
    • Halt aan de juristocratie

Deel 1: Beginselen van basisdemocratie

  • • Alle personen zijn even waardevol.

Elke persoon bezit een waardigheid en integriteit die dient gerespecteerd uit weze van zijn morele persoon die over

een op rechtvaardigheid gebaseerde onschendbaarheid beschikt.

Dit ongeacht de verschillende intelligentieniveaus, handigheidsniveaus of bewustzijnsniveaus ofte natuurlijke begaafdheden, laat staan ontwikkelings- of leeftijdsniveaus.

  • Derhalve heeft elke persoon een identiteit die hij ontwikkelt in de omgeving en maatschappij waarin hij opgroeit en leeft en die zijn contingenties inhouden.

Deze identiteit, derhalve onlosmakelijk verbonden met haar omgeving, verdient op haar beurt alle respect. Zij kan op geen enkel ogenblik in vraag worden gesteld of als minderwaardig worden beschouwd t.o.v. een andere identiteit. 

  • Geen enkele andere groep van individuen kan boven deze van de plaatselijk ontwikkelde groep komen te staan. De authentieke, oorspronkelijke maatschappij zal steeds de leiding voeren daar waar zij zich ontwikkeld heeft.
  • Elk individu dat tot de gevestigde maatschappij wil behoren, kan het burgerschap verwerven door zich ten volle te integreren. Het is essentieel dat het inclusief integratiebeleid wordt gestoeld op burgerschap in plaats van op afkomst en etniciteit.

Er kan hoegenaamd geen sprake zijn van vereenzelviging tussen ras en natie.

Anderzijds wordt er geenszins aangestuurd op transculturatie, waarbij er een wederzijdse aanpassing wordt nagestreefd van verschillende culturen en etnieën, noch van hybridisering of het mengen van rassen, noch op een multi-etnisch samenlevingsmodel.

Het samengaan van verschillende culturen binnen eenzelfde gemeenschap kan leiden tot wederzijdse verrijking. Elke cultuur heeft ontegensprekelijk een aantal waarden die een positieve kruisbestuiving kunnen bewerkstelligen.

Assimilatie kan een gevolg zijn van een voldragen integratie die zich tijd kan aanmeten en zich daardoor enigszins onbewust voltrekt.

  • Ideologieën, geloofsovertuigingen of maatschappelijke inzichten kunnen nooit het principe van de zorgzaamheid van de gemeenschap voor de burger ondergraven. Ofwel dragen zij ertoe bij, ofwel onthouden zij zich volledig.
  • De maatschappij, nl. het geheel van de identiteiten, waarin deze personen zich ontwikkelen, zal alles in het werk stellen om naar de behoeften van deze personen te luisteren, hen te beschermen, hen de mogelijkheden te bieden om zich te ontplooien en hen het leven zo aangenaam en gezond mogelijk te maken.

Het omhelst het individuele welzijn dat echter nooit kan contrasteren met het welzijn van de gemeenschap en hoegenaamd niet met dat van het geheel van mogelijks onderscheiden gemeenschappen.

  • De gemeenschap van individuen zal zich organiseren via instellingen of instituten die de afgesproken principes van billijkheid, rechtvaardigheid en zorgzaamheid van haar burgers weerspiegelt en waarborgt.

Deze politieke, sociale en economische, ordende instituten zullen steeds ten dienste staan van haar gemeenschap en er zich nooit kunnen boven verheffen. De wenk van bureaucratie en technocratie kan hoegenaamd niet getolereerd.

  • Nadat de gemeenschap haar instituties heeft gekozen, zal ze zich laten vertegenwoordigen door personen die door haar zijn aangewezen.

Zij stelt al haar vertrouwen in deze ‘afgevaardigden’, ervan uitgaande dat ze rekening zullen houden met hun identiteit, hun verwachtingen, uitgebracht in een stem.

Deze verkozenen, die in zich bij uitstek de fundamentele waarden dragen van goedheid, rechtvaardigheid en rationaliteit beschikken over de nodige bekwaamheid en deskundigheid. Onbaatzuchtigheid is inherent aan het opnemen van een publiek of politiek mandaat.

Zij zullen regelmatig en periodiek persoonlijk verantwoording moeten afleggen voor hun daden.

Zij kunnen dan bevestigd of weg gestemd worden aangezien de staat zich niet kan beroepen op superioriteit van een specifieke opvatting.

  • De kandidaten voor het uitvoeren van een politiek ambt, verenigd in partijen, worden rechtstreeks verkozen en niet aangeduid zonder het bewijs van bekwaamheid voor de hen toegewezen bevoegdheid.

Simultaan met het aangeven van een verkiezings-programma en het voorstellen van haar kandidaten, kunnen partijen de toewijzing van portefeuilles indienen. Dit uiteraard op eigen initiatief ervan uitgaande dat zij bepaalde ambten door haar kandidaten willen bekleed zien.

Indien uiteindelijk verkozenen achteraf rechtstreekse beslissingsmacht krijgen, zullen zij hun bekwaamheid voor de aangewezen mandaten derhalve dienen te bewijzen.

  • Bij gebrek aan de geschikte kandidaten voor een welbepaalde, specifieke portefeuille waarvoor een grote deskundigheid, zie vakbekwaamheid is vereist, kunnen kandidaten worden voorgedragen die niet zijn gekozen uit de volksvertegenwoordigers.

Zij zullen des te meer op hun antecedenten worden beoordeeld.

Deze externe kandidaten, die een uitzondering moeten blijven, aanvaard door het parlement, zullen slechts definitief via een volksraadpleging worden aangesteld.

  • Alle afgevaardigden en hun helpers staan ten dienste van de groep van individuen.

Zij zullen de middelen die hen ter beschikking worden gesteld, in alle vertrouwen als een goede huisvader aanwenden en zich permanent verantwoorden voor de gestelde uitgaven en investeringen.

  • Zij zullen bijgevolg regelmatig bindende volksraadplegingen organiseren vooraleer over heikele, gevoelige onderwerpen te beslissen of grote uitgaven te doen.

Aldus participeert de burger effectief via overleg en een gedeelde consensus overeenkomstig het principe van de ‘publieke rede’.

Vandaar: democratie + participatie = particicratie.

  • Het ligt voor de hand dat de relaties tussen het individu, als lid van een gemeenschap en haar vertegenwoordiging in alle openheid, eerlijkheid en respect verlopen. 

Elke vorm van ostracisme of uitsluiting naar een individu of groep individuen is strafbaar, alsook deze van manipulatie, indoctrinatie op welke wijze of via welke weg dan ook.

  • De beslissingen en het overleg zullen met een zo groot mogelijke transparantie gebeuren.
  • Na de verkiezingen, voer je de functie uit waarvoor je verkozen bent.
  • Een echte democratie kan slechts bestaan middels openbaarheid van bestuur. Politieke partijen moeten hun autonomie bewaren tegenover particuliere eisen (zie in dit verband ook het verbod op lobbyen). 

De eisen dienen geuit in het publiek forum en openlijk aangebracht aan de hand van een conceptie van het gemeenschappelijk belang.

  • Een staatsbestel, haar politieke organisatie en haar instellingen zijn een ingewikkelde en zeker in ons land een complexe materie. Dit geldt eveneens op het Europees niveau. 

Aangezien men de leeftijdsgrens van stemrecht drastisch heeft verlaagd of wil verlagen, in eerste instantie op Europees vlak, dient deze materie deel uit te maken van het verplicht basispakket in het onderwijs. Slechts op deze wijze is het stemmen door jongeren echt verantwoord.


Deel 2: Vaststellingen

  • De bevolking stelt vast dat haar vijfjaarlijkse stem verloren gaat in een labyrint van afspraakjes, nepotisme, dynastieën, favoritisme, particratie, beïnvloeding, gesjoemel.

Dogma’s en ideologieën bepalen het beleid.

Het heeft geen enkel uitstaans meer met wat ooit en nog steeds door politicologen, filosofen of sociologen als democratie werd en wordt beschreven. 

Deze praktijken neigen naar despotisme, dictatorialisme, absolutisme.

  • Dit gebeurt reeds bij het opstellen van de kiezerslijsten. De rangorde van de kandidaten is bepalend voor wie verkozen wordt. Deze rangorde wordt niet opgesteld in functie van bekwaamheid, maar in het beste geval in functie van de populariteit.

Beïnvloeding, krachtmetingen, afdreigingen, afkomst en nepotisme spelen opnieuw hun rol.

Zo krijg je bekende TV-gezichten, in het algemeen mediatieve figuren op kiezerslijsten. 

  • Wanneer men verkozen wordt voor een bepaald mandaat, kan men geen andere functie bekleden.

Jobhoppen dient uitgesloten. Schijnkandidaturen dienen verboden.

Indien men kandideert voor een openbaar ambt in een constitutioneel regime, stelt men een daad en ontstaat de verplichting de ambtelijke plichten te vervullen zodra men verkozen is.

Schijnkandidaturen dienen derhalve verbannen.

Een publiek ambt ambiëren en het opnemen, houdt in dat het verkregen vertrouwen dient vervuld.

  • De bevolking stelt tevens vast dat niet de partij die uiteindelijk de hoogste score behaalde, aan zet is. Ook zelfs niet deze met de tweede, derde of vierde beste resultaten.
  • Neen, opnieuw zijn er allerlei verwrongen regeltjes, onderduimse afspraakjes, een koning (de levende, anachronistische getuigenis van nepotisme) die zich mengt. 

Geen enkele democratisch verantwoorde wijze die maar enigszins respect toont voor de stem van het individu.

  • Op het vlak van de verkozenen, namelijk diegenen die voldoende stemmen haalden om een ambt te bekleden, bestaat opnieuw geen enkele zekerheid.

Ook daar gelden opnieuw de ziekelijke ‘regeltjes’, ‘arrangementen’ totaal diametraal staand tegenover de democratische principes. 

  • Zelfs tot op het niveau van de hoogste instellingen binnen het Europese kader, gelden deze regels des te meer.

Zij, die onze landelijke ‘verkozenen’, deze benaming dus onder sterk voorbehoud, zullen aansturen, ons tot in de kleinste uithoek van ons leven en onze manier van denken en doen zullen beïnvloeden, zijn NOOIT, door wie dan ook verkozen. 

Hun bekwaamheid is het grootste vraagteken.

Dat zij worden aangestuurd door belangengroepen (lobbyisten incluis) en gigantische fondsen, doet elke democratische waarde verschrompelen.

  • Komt daar bovenop het laagje van de particratie. 

Partijvoorzitters, opnieuw, niet noodzakelijk door het volk als bekwaam beschouwd, laat staan de meerderheid binnen hun partij behaalden of bewezen dat ze de bekwaamsten zijn, krijgen het voor het zeggen.

In geheime vergaderingen gaan zij bepalen hoe ons land zal worden aangestuurd. Hier krijgen de pronkers, de ego’s totaal vrij spel. Dit leidt uiteraard tot naijver, haantjesgedrag, machisme en tot een niet aan te zien schouwspel.

Dat geheim groepje sabelt haar eigen partijen neer, door onbekwaamheid gepaard gaand met despotische, machtswellustige trekjes.

De ideologie die hun voorgangers voorstonden, smelten als sneeuw voor de zon.

Hun volgers staan te kijk, eenzaam en verweesd. 

Droevig beeld, uitwas van een vergane democratie. 

  • M.a.w., op alle niveaus ziet het individu zijn stem volledig verkwanseld. In die doolhof van manipulaties, duistere machten (loges, paleis, dynastieën, supranationale krachten, lobby’s) is hij de kluts kwijt.

Hij haakt af, gelooft niets of niemand meer.

Bij overmaat van ramp geven die verkozenen hun beleid uit handen en geven het aan deskundigen die hun opeenstapeling van blunders voortschrijdend inzicht noemen en dan ruziën met die deskundigen om hun ego’s te redden.

Je zou voor minder totaal afhaken.

  • Diegenen die nog stemmen op basis van beloftes of programma’s, komen dan nog eens totaal bedrogen uit. Want zelfs indien hún kandidaat uit de loterijtrommel opduikt, hún partij het voor het zeggen krijgt, zal hij nooit kunnen, ergo, willen verwezenlijken, waarmee hij hen verleid heeft.

In deze geldt slechts wat hij of zijn partij in het verleden verwezenlijkt hebben. Dit kan in het geval van deel te hebben uitgemaakt van de meerderheid of de oppositie. Een nieuwe partij krijgt uitzonderlijk een voorgift.

Niet min, niet meer.


Deel 3: Terugkeer naar democratie als synoniem voor particicratie

  • Premisse
  • Het individu moet zich eerlijk vertegenwoordigd weten
  • Het individu moet haar vertrouwen terugvinden in de politiek en waardig vertegenwoordigd worden
  • Het individu, de bevolking moet weer aansluiting vinden bij de politiek, een woord dat haar abjecte connotatie kwijt moet.

Aanbevelingen

  • Eén stem = Eén stem.
  • Elke Volksvertegenwoordiger moet evenveel stemmen verwerven als elke andere. 
  • Samenstelling rangorde kiezerslijsten gebeurt ad random
  • Rechtstreekse verkiezing van burgemeester en 1ste minister en minister- president.
  • Bekwaamheids-hearings van de afgevaardigden met directe beslissingsmacht 

(ministers, staatssecretarissen, …). 

  • Ook volksvertegenwoordigers moeten het bewijs leveren dat zij beschikken over de nodige competenties om de steeds meer ingewikkeld wordende beleidsmateries te kunnen behandelen. Dit geldt eveneens voor het kabinet personeel.
  • Mogelijkheid tot wegstemmen van politieke kandidaten
  • Verbindende, neutrale referenda organiseren voor heikele en gevoelige materies.
  • De kieskring is regionaal.
  • Ondanks de aanname, dat een meerderheid traditioneel een reflectie is van gelijke politieke vrijheid, moet de wetgevende macht er zich voor hoeden, ervan uit te gaan dat een wet uitgevaardigd door een (eenvoudige of bijzondere) meerderheid, steeds een rechtvaardige resultante oplevert.

Men zou dan veronderstellen dat er een groot vertrouwen heerst tussen de diverse sectoren van de samenleving en dat zij een gemeenschappelijke rechtvaardigheids-conceptie delen. 

De regerende politieke partijen mogen dan ook geen onverschilligheid tonen voor de aanspraken van de minderheid.

Aangezien de basispremisse stelt, dat het beleid moet strekken tot ieders voordeel, dient er naar gestreefd in de hoogste graad tegemoet te komen aan de verwachtingen van een minderheid. 

  • Verbindende, neutrale referenda organiseren voor investeringen of uitgaven vanaf een bepaald bedrag, vrnl. indien ze niet in het regeringsprogramma zijn opgenomen.
  • Geen afgevaardigden meer naar Europa sturen, zolang ze geen nieuwe deontologische beleidscode opstelt en de loonschalen en allerhande voordelen niet aan de nationale afspraken dienaangaande, aanpast.

Hieromtrent dient een commissie opgericht die binnen het jaar deze wantoestanden corrigeert.

  • Zoals reeds gesteld, beschikken diegenen die een gemeenschap mogen vertegenwoordigen in een politiek bestuur over de vereiste bekwaamheden en deskundigheid.

Dit leidt ons tot de regel, dat de gegadigden onderworpen worden aan bekwaamheidstesten.

Een kandidaat-minister of volksvertegenwoordigers dienen het bewijs te leveren dat zij beschikken over de nodige vaardigheden om de steeds meer ingewikkelde beleidsmateries te kunnen behandelen.

  • Essentieel is de mogelijkheid tot het wegstemmen van kandidaten.

Wij hebben geen mooie gezichtjes nodig, noch mooipraters of die het zuiver moeten hebben van hun charisma.

Wij hebben de besten nodig en de eerste selectie begint binnen de eigen partij, noodgedwongen indien ze hun kandidaat willen zien slagen.

  • De burger kiest in functie van inhoud van de persoon en niet in functie van herkenning.

Populair zijn is totaal geen referentie van bekwaamheid.

  • Er is een rechtstreekse verkiezing van de eerste-minister en de minister-president.

De partij met het grootst aantal stemmen heeft de eerste keuze en stelt haar kandidaat voor, de burger beslist. Ze kan haar beurt overslaan en dan is de tweede zet.

  • Om de vijf jaar een bolletje inkleuren heeft geen uitstaans met wat democratie moet inhouden. Dit dateert van de 19e eeuw, toen verplaatsingen moeilijk waren, soms dagen duurden met paard en kar.

Vandaag kan je via elektronische weg je belastingformulier invullen, je medisch dossier raadplegen, je betalingen doen, …

Dus is dat bolletje kleuren en dit om de 5 jaar totaal voorbijgestreefd, een echt anachronisme.

Het ganse systeem heeft behoefte aan modernisering, een reset.

Voortaan kan men nu op elk moment uiteraard bindende volksraadplegingen organiseren, telkens gevoelige of heikele materies aan bod gekomen.

Tevens, vooraleer men grote schenkingen of betalingen uitvoert die tot dan niet waren aangekondigd.

  • Elke persoon die een openbaar ambt wil bekleden, onderschrijft de beginselen van de structuur van een welgeordende samenleving net als een dokter die de eed van Hippocrates onderschrijft.

Daaruit vloeien uit zichzelf een aantal verplichtingen die steeds tot ieders voordeel moeten strekken.

  • Concreet houdt dit in dat duidelijke lekken naar media door de overheid, opzettelijke manipulatie en indoctrinatie door een lid van de overheid of zijzelf, via alle mogelijke kanalen, strafbaar wordt gesteld.

Een deontologische commissie (DC) dient hierover te waken en te rapporteren. Deze DC komt verder aan bod. 

  • Elke welgeordende gemeenschap heeft recht op zelfbeschikking. Geen enkel nationaal en/of supranationaal gezagsorgaan kan dit overtreffen, tenzij haar belangen conflicterend zijn met het volkenrecht, dat de universele beginselen van recht codificeert.

Het brengt ons willens nillens bij Europa dat eerst en vooral orde op zaken moet stellen qua discrepanties tussen haar lidstaten op het vlak van het sociaal zekerheidsstelsel, de staatsschulden, het democratische gehalte, het rechtsstelsel, e.d. 

Een termijn dient vastgelegd om de instellingen en haar leiders op zuiver democratische wijze aan te stellen. Indien hieraan niet wordt voldaan binnen de vooropgestelde termijn, zouden de vrije lidstaten geen afgevaardigden meer naar Europa moeten sturen. Evenmin zolang ze geen deontologische, afdwingbare beleidscode opstelt en de loon- en pensioenschalen en allerhande voordelen niet aan de nationale normen hieromtrent zijn aangepast.

Er is nood aan een hoogst dringende correctie van deze misstanden. Ze ontnemen de E.U. alle geloofwaardigheid en diepen de kloof tussen de E.U. en de politieke instanties en haar burgers alsmaar meer uit. 

  • De koning mengt zich niet in politieke aangelegenheden. Hij benoemt geen ministers, tekent geen wetten …

Indien hij nog een rol te spelen heeft, is deze zuiver protocollair.

De voordelen die hem worden gegund, zijn hem exclusief toebedeeld.

  • Alle zorgwekkende technische of andere installaties (kerncentrales, 5G, …) en maatregelen die grote impact hebben op de maatschappij dienen in alle openheid en eerlijkheid met de bevolking besproken.
  • Lobbyen wordt strafbaar gesteld. Slechts openlijke consultaties op vraag van de overheid worden toegelaten.

De reeds geciteerde deontologische commissie dient hierover te waken en te rapporteren.

  • Buiten dit bestek

Duidelijk vallen buiten dit bestek, alle materies die onder de bevoegdheden vallen van de overheden, zoals daar zijn, onderwijs, cultuur, zorg, sport, milieu, energie, etc.

Zij zullen echter dienen afgelijnd op de algemene principes die hierboven en hierna werden en worden omschreven. 

Zie daarvoor de aanzet van het programma.

  • Verkiezingen
  • Naar de verkiezingen toe, biedt elke partij een programma aan dat minstens die punten bevat die van essentieel belang zijn voor de verbetering van het welzijn van de gemeenschap.
  • Aldus mogen niet ontbreken: Hun standpunten over

Zorg, onderwijs, verloning en pensioenen, energie, mobiliteit, natuur, landsverdediging, immigratie, natie-soevereiniteit, deontologie.

Een partij is niet gebonden aan het opnemen van een standpunt hieromtrent, wat uiteraard haar slagkracht verzwakt. Vanzelfsprekend kunnen andere topics worden toegevoegd.

  • De volgorde van de gerangschikte punten die de partijen aan bovenvermelde topics verleent, geeft een volgorde van belangrijkheid aan.

De burger kan aldus duidelijk onderscheiden waar een partij haar prioriteiten stelt en of ze wel echt begaan is met de bezorgdheden van de betrokken burger.

  • Derhalve ligt het voor de hand, dat partijen die het meest coherent zijn, waarvan m.a.w. de programmapunten het dichts bij mekaar liggen, in eerste instantie op mekaar zijn aangewezen om een regering te vormen. Lukt dat niet, komt de volgende partij in aanmerking enz.
  • Dit vormt een basis van onderhandelingen, waarbij de burger duidelijk kan vaststellen, in welke mate een partij trouw blijft aan haar programma, trouw aan haar beloftes opgegeven in haar programma, trouw aan hem en zijn keuze. 
  • Deontologische commissie (D.C.)
    • Het begrip Deontologische Commissie werd reeds meerdere malen aangehaald in deze tekst.

Deze instellingen, dit instituut of orgaan, is het onontbeerlijke instrument dat moet waken over de toepassing van de voorshands vastgelegde grondbeginselen van een Echte democratie.

Deze wordt vastgelegd in een Codex die kracht van wet heeft en derhalve afdwingbare sancties kan opleggen.

  • Die grondbeginselen zijn naast de Grondwet een onontbeerlijke aanvulling qua fundamentele democratische waarden, deontologie en ethiek, die dienen nagekomen door de afgevaardigden van een maatschappij en haar instellingen, zoals Parlement, Rechtspraak, enzovoort.
  • Mark Elchardus beschrijft in zijn boek Reset, pg. 406, ‘Een Wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid’, die het heeft over ‘luisterbereidheid van volksvertegenwoordigers, maar tevens over de evaluatie van het overheidsbeleid en de rechtsbedeling.
  • Het eerste deel vangen we op met bindende referenda, het tweede deel dus met onderhavige Deontologische commissie. 
  • Haar taak gaat dus veel verder, ze opsommen biedt hier onvoldoende ruimte.

Maar ze waakt over partijprogramma’s, de aanstelling van de politieke afgevaardigden, de daadwerkelijke scheiding der machten, de uitwerking en de installatie ervan, de deontologie en de ethiek …

  • Halt aan juristocratie
    • Eén van de oorspronkelijke pijlers van de ‘moderne’ democratie, nl. de Scheiding der machten, moet fundamenteel geëerbiedigd worden.

Bij het niet naleven van dit principe, stuikt de ziel van de democratie grotendeels in mekaar.

  • Vandaag hebben we juristocratie. Rechters die op het hoogste niveau benoemd worden, doen politieke, apologetische, zelfs dogmatisch geïnspireerde uitspraken overeenkomstig de ideeën, de trends van de op dat ogenblik aan de macht zijnde partijen.
  • Neutraliteit, objectiviteit, rechtvaardigheid, billijkheid en coherentie tussen de verschillende hoven, zijn dikwijls zoek.

De rechtstaat is verworden tot een staat in de staat.

Dit ondergraaft het fundamenteel vertrouwen van de burger in het maatschappelijk bestel.

Bijgevolg zal ook hij afhaken en zijn solidariteit naar de maatschappij, zal verschrompelen.

  • Naar de toekomst wordt geen enkele rechter nog politiek benoemd. Dit ter bescherming van de scheiding der machten.
  • Een onafhankelijk rechtscollege benoemt de rechters. Dit college wordt samengesteld door de huidige, zetelende rechters.
  • Een afdeling van de Deontologische commissie waakt over het correct aanduiden en het toepassen en interpreteren van de wetten.
  • De samenstelling van deze afdeling bestaat voor de helft uit rechters en voor de helft uit een afvaardiging van de verkozen volksvertegenwoordigers.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.